Nkosi sikelel’ iAfrika

      Geen reacties op Nkosi sikelel’ iAfrika

Het was een bewogen jaar voor de Zuid-Afrikaanse president Jacob Zuma. Na zes mislukte pogingen om hem van het pluche te verwijderen, dacht de oppositie dat een zevende maal scheepsrecht zou zijn. De voortekenen waren gunstig. De kritiek op de president in de Zuid-Afrikaanse samenleving neemt toe en ook binnen het ANC groeit de anti-Zuma stemming. De belangrijkste factor voor succes lag echter het feit dat, in tegenstelling tot zes eerdere pogingen, dit keer anoniem gestemd mocht worden over de motie van wantrouwen tegen de president.

Zuid-Afrika anno 1994 was vervallen tot een paria. Door jaren van boycots, aanslagen en het gewelddadig optreden van het apartheidsregime zwichtte de regering van De Klerk voor de roep om democratische gelijkheid voor alle volkeren binnen de natie. Het einde van het apartheidsregime in 1994 werd door de wereld jubelend ontvangen. De inauguratie van anti-apartheidsstrijder Nelson Mandela als president van de ‘regenboognatie’ vestigde de hoop op de totstandkoming van een welvarend land, met een stabiele politieke cultuur, waarin alle Zuid-Afrikanen, zonder onderscheid des persoons, in harmonie met elkaar konden samenleven. De wereld was klaar voor een Afrikaans succesverhaal.

De voortekenen waren goed. Zuid-Afrika was het was het land van ’s werelds eerste harttransplantatie, het land dat over uitgebreide kennis van kernenergie en wapens beschikte, een land met goede infrastructuur en een relatief hoog opleidingsniveau. Zuid-Afrika was onder het apartheidsregime uitgegroeid tot een van de rijkste landen van Afrika. Hoewel rijkdom oneerlijk verdeeld was, behoorde het inkomen van de gekleurde en zwarte bevolking tot een van de hoogste in Afrika.

De kans op falen was echter ook aanwezig. Men hoefde maar naar het noordelijke buurland te kijken om te beseffen dat een democratische machtsomwenteling ook zeer negatieve gevolgen kan hebben. Er waren in het verleden immers meer landen geweest waar het blanke ‘koloniale’ gezag werd vervangen door een nieuwe ‘inheemse’ regering. Een voorbeeld daarvan is de machtsovername van Mugabe in Zimbabwe. Het voormalige Rhodesië was net als Zuid-Afrika een welvarend land dat zich had onttrokken aan Britse heerschappij. Het beschikte over een hoogwaardige agrarische plantagecultuur en stond bekend als de graanschuur van Afrika. De politieke en economische macht in Zimbabwe lag in handen van een kleine blanke elite. Na de machtsovername van Mugabe werden de blanken in eerste instantie aangespoord te blijven in hun land. Echter, een aantal jaar later werd toch begonnen met onteigeningen. Veel van de bezittingen van de blanken vervielen aan de staat en werden geherdistribueerd onder een aantal trouwe aanhangers van de president. Al snel gingen bedrijven in het land failliet, werd de infrastructuur niet onderhouden en verviel het land in een dictatuur.

Mugabe, president van Zimbabwe

Padafhankelijkheid
Zimbabwe is slechts een van de vele Afrikaanse voorbeelden, waarbij de onafhankelijkheid van de voormalige blanke overheersers negatieve gevolgen had voor de stabiliteit van het politieke en economische klimaat. Er zijn verschillende oorzaken hiervoor aan te wijzen. Het gaat te ver om ze allen te noemen. Een aantal zijn echter beslissend geweest voor het verval. Zo ontbrak het de nieuwe machthebbers vaak aan kennis over een stabiele politieke cultuur werkt. Een georganiseerd bestuursapparaat maakte plaats voor een clientèle-systeem, waarbij de positie van de eigen stam centraal stond. De president zorgde ervoor dat zijn trouwe volgelingen economisch en politiek afhankelijk van hem waren, wat hem een bijna onaantastbare positie gaf binnen de regering. Dit ging ten koste van andere stammen of groeperingen binnen het land. Op economisch gebied trad tevens al snel verval in. Het vertrek van de blanke elite zorgde voor een braindrain. Trouwe aanhangers werden op belangrijke posities geplaatst of aan het hoofd gesteld van voorheen door blanken geleide bedrijven. Zij hadden kennis noch ervaring met het kunnen runnen van een bedrijf van dergelijke omvang. Daarnaast werd met het verdwijnen van de blanke bevolking ook een groot gedeelte van de beschikbare kapitaal uit het land onttrokken. Het onttrekken van kapitaal uit de economie leidde ertoe dat investeringen in infrastructuur en het bedrijfsleven grotendeels stil kwamen te liggen en daarmee de concurrentiepositie van het land verslechterde. Het instabiele politieke klimaat zorgde er tenslotte voor dat vele Afrikaanse landen niet meer aantrekkelijk waren voor buitenlandse investeringen en slechts tegen hele hoge rentes geld konden lenen op de internationale kapitaalmarkt. Veel van de genoemde oorzaken hielden verband met elkaar en niet in alle landen waar het voormalige koloniale bewind verdween waren de gevolgen van de machtswisseling hetzelfde. Wel lagen in veel van de sub-sahara landen vergelijkbare oorzaken ten grondslag aan politieke en economische onrust.

Zuid-Afrika versus Zimbabwe

Maar was is dan het verschil met Zuid-Afrika? Hier werd toch ook een blanke ‘racistische’ regering afgezet ten faveure van een democratische? Er zijn in mijn optiek twee argumenten bepalend geweest voor het initiële succes van de nieuwe regenboognatie.

Argument 1: tijd

De eerste is tijd. In Zimbabwe was de machtsomwenteling namelijk zeer snel tot stand gekomen. De gewelddadige greep naar de macht kan worden gezien als een revolutie. Bijna van de een op de andere dag was de macht van het land in andere handen gekomen. In Zuid-Afrika was de machtsoverdracht veel geleidelijker en vreedzamer verlopen. Hoewel het land werd geteisterd door boycots en de internationale druk om Nelson Mandela vrij te laten erg groot was, wist de regering van de Nasionale Partij de onrusten in het land in eerste instantie de kop in te drukken. Dergelijke onderdrukking is op de lange termijn echter niet bevorderlijk voor de politieke en maatschappelijke stabiliteit die als voorwaarden gelden voor een welvarend land. De externe druk vanuit het buitenland en de groeiende interne onrust overtuigde de toenmalige regering om een democratiseringsproces in gang te zetten. De terechte angst voor represailles nam men op de koop toe. Immers er was geen andere keus.

De Klerk en Mandela in 1994

De toenmalige president De Klerk nam twee belangrijke besluiten om zijn goede wil te tonen. Allereerst de vrijlating van Nelson Mandela, vervolgens toonde hij de wil om via vreedzame weg democratische verkiezingen uit willen schrijven. Het was vervolgens het ANC, en dan met name voorman Nelson Mandela, die deze handreiking accepteerde. Mandela stapte over zijn eigen schaduw. Hij werkte samen met het voormalige apartheidsregime om de machtsovername zo vreedzaam mogelijk te laten verlopen. Hetzelfde regime dat hem jaren had laten opsluiten op Robbeneiland. Hiermee toonde hij aan dat hij niet wraak of genoegdoening, maar juist de gemeenschappelijke toekomst van Zuid-Afrika op de eerste plaats zette.

wegwijzer bij Kaap de Goede hoop

Argument 2: verworteling

Het tweede argument heeft betrekking op de cultureel gegroeide positie van de Afrikaner binnen de Zuid-Afrikaanse samenleving. Een belangrijke reden dat de blanke Afrikaners niet met geweld zijn verdreven was dat zij niet als een ‘koloniale macht’ werden beschouwd. De Afrikaners, dikwijls Boeren genoemd, stammen voor een groot gedeelte af van de eerste kolonisten, die zich in dienst van de VOC vestigden in het zuidelijkste puntje van het land. Dit waren in veel gevallen Nederlanders en Duitsers. Later voegden zich ook Franse Hugenoten bij de kolonisten, die na het edict van Nantes werden vervolgt in eigen land. Deze Kaapkolonie was in tegenstelling tot de handelsposten in Nederlands-Indië een echte vestigingsplaats. Dit was erg ongewoon. De VOC, pragmatisch als de organisatie was, zag doorgaans meer profijt in een simpele handelsplaats dan in een permanente vestigingskolonie. De reden dat de Kaapkolonie toch duidelijk opgezet werd voor permanente bewoning, lag in het feit dat de Kaap militair en economisch zeer strategisch gelegen was. Haar primaire bestaansrecht ontleende de kolonie aan het bevoorraden van schepen op weg naar de oost. Daarom was het van groot belang dat de kolonie die niet alleen autarkisch was, maar ook een voedseloverschot produceerde. Aangekomen bij de Kaap konden de vaak sterk verzwakte scheepslui zich weer te goed doen aan verse groente en fruit. Treffend staat de Kaap daarom ook vandaag nog altijd bekend als ‘Kaap de Goede Hoop’.

Aankomst Jan van Riebeeck op Kaap de Goede Hoop in 1652

De kolonisten bouwden hun boerderijen en plantages in de eerste decennia nog relatief dicht bij de kust. Te meer omdat het Fort ‘de Goede Hoop’ bescherming kon bieden tegen de inheemse volkeren. De komst van de Europeanen betekende de verdrijving van inheemse stammen als de San en de Khoikhoi. Er werden diverse oorlogen gevoerd, niet alleen met de San en Khoikhoi, maar naarmate de kolonisten oostwaarts trokken ook met de Xhosa. De kolonisten vestigden zich steeds verder van de oorspronkelijke Kaapkolonie. Naarmate afstand tussen de kolonisten en de Kaapkolonie groter werd nam het contact tussen beide af. Het lag vervolgens niet in de aard van de en macht van de VOC om deze verwijdering van het centrale VOC-bestuur te bestrijden (hoewel er wel enige pogingen zijn ondernomen om de kolonisten weer in de pas te laten lopen).

In de grensregio’s ontstond een nieuwe cultuur, waarbij de scheidslijn tussen de blanke Afrikaners en de inheemse Hottentotten diffuus werd. Afrikaners, slaven en kleurlingen moesten zich samen zien te redden. Er werd onderling oorlog gevoerd over land of vee, maar er werden ook bondgenootschappen gesloten. Het was een echte frontiersamenleving. Er was geen sterk Europees groepsverband dat de raciale en culturele verschillen in stand hield. De Afrikaners in de grensregio’s zagen zich aan het eind van de 18de eeuw vaak niet meer als Europeaan, maar als een eigen volk met sterke wortels in Afrika. Dit werd versterkt met de Britse overname van de Kaapkolonie in 1795. Afrikaanse stammen en de Boeren vonden elkaar dikwijls in hun afkeer van de nieuwe machthebbers.

Verspreiding Nederlandse kolonisten anno 1795

Het gevoel van verbondenheid met het Afrikaanse grondgebied bleef bestaan gedurende de 19de een 20ste eeuw. De Afrikaners voelden zich niet Brits, niet Nederlands, maar als echte ‘Afrikaners’. Dit gevoel werd nog sterker na de stichting verschillende Boerenrepublieken in de 19de eeuw en de gemeenschappelijke strijd tegen de Britse overheersing in de Boerenoorlogen. Zuid-Afrika en de Afrikaners waren ondeelbaar geworden. Ze kunnen in mijn optiek dan ook niet beschouwd worden als koloniale machthebbers, zoals soms gemakzuchtig wordt beweerd in de literatuur. Ze waren immers geen onderdeel van een ver vaderland. Deels lag dit in het hierboven genoemde feit dat de VOC een grote mate van zelfbeschikkingsrecht toe liet aan haar kolonisten, deels kan de machtsovername van de Britten in 1795 als oorzaak hiervoor worden beschouwd. Het gevoel prevaleerde dat de primaire vestigingsplaats van de Afrikaner in Zuid-Afrika zelf lag. En voor het recht om in dit land te wonen had de Afrikaner eeuwenlang gevochten. Eerst tegen inheemse volkeren en vervolgens tegen de eigenlijke koloniale machthebber Groot-Brittannië. De Afrikaners kunnen daarom beter gezien worden een bevolkingsgroep met een bevoorrechte positie. Dat zij deze positie zichzelf toekenden op basis van raciale en religieuze superioriteit staat buiten kijf, maar doet niet af aan hun gevoel van verbondenheid met het land van hun voorvaderen.

De langdurige vestiging en de relatief zwakke banden met Europa leidden ertoe dat de Afrikaners in 1994 niet zomaar de wijk namen naar Europa. De verworteling van de Afrikaner met de Zuid-Afrikaanse grond was niet alleen duidelijk voor De Klerk, maar ook voor Mandela. Alleen als er harmonie bereikt kon worden tussen kleuren, rassen en stammen zou Zuid-Afrika een voorspoedige toekomst tegemoet gaan.

Mandela-tijdperk

De beeltenis van Mandela als vredesstichter is enigszins ironisch. Mandela was namelijk de oprichter van de militaire tak van het ANC, Umkhonto Sizwe (Speer van de Natie). Onder zijn leiding werden verschillende aanslagen tegen het apartheidsregime gepleegd. Na zijn vrijlating van Robbeneiland stelde hij zich echter coöperatief op. Hij werd bij de eerste vrije verkiezingen verkozen tot president van Zuid-Afrika. Hij was toen al 75 jaar. Mandela volgde De Klerk op en zette diens gelijke afschaffing van de apartheid voort.

Onder Mandela’s presidentschap steeg de welvaart met ongeveer 13 procent tussen 1994 en 1996. Dit zette zich gestaag voort. Zuid-Afrika werd tot een welvaartsstaat omgevormd. kinderbijslag en AOW en WAO werden beschikbaar voor alle Zuid-Afrikanen, ongeacht ras of kleur.

Mandela’s belangrijkste doel was echter om het land om te vormen tot een multiculturele democratie. Een centrale rol daarin was het helen van de wonden van de apartheid. Het vertrouwen tussen de verschillende volkeren moest toenemen. Dit bevestigde het hiervoor beschreven idee dat de blanke Zuid-Afrikanen onderdeel waren van de natie en niet slechts als voormalige koloniale overheersers werden gezien. Mandela zag hoe andere Afrikaanse landen economisch ten gronde waren gericht door het vertrek van de blanke elite en wilde dit koste wat het kost voorkomen. Zijn strijd voor een inclusieve samenleving kwam onder andere tot uiting door het feit dat hij probeerde om een regering van nationale eenheid te creëren. Door De Klerk als Vicepresident aan te wijzen en ook andere kopstukken van de ‘Nasionale Party’ op hoge overheidsposities te benoemen wist hij de verbondenheid tussen het oude en nieuwe regime vorm te geven. In mijn optiek mag Zuid-Afrika zijn handen dichtknijpen dat een persoon als Nelson Mandela diegene was die de democratische machtsovername vorm gaf. Hij vormt de uitzondering in een lange lijst van tyrannieke machthebbers die het stokje, vaak gewelddadig en weinig verzoenend, hebben overgenomen van hun koloniale voorgangers.

Mbeki en Zuma

Mandela werd opgevolgd door Mbeki. Mebeki werd algemeen beschouwd als een intellectueel. Hij heeft vormgegeven aan de neoliberale structuur van de Zuid-Afrikaanse economie. Dit was dikwijls tegen het zere been van de linker vleugel van het ANC, die een socialistische economische politiek aanhingen. Zij wilden de economische nivellering tussen blank en zwart versterken onder andere nationalisering van bedrijven en landhervormingen (landjepik).

vlnr. Zuma, Mandela, Mbeki

Mbeki kwam door zijn economische standpunten al snel in aanvaring met de top van het ANC. Belangrijkste kracht daarin was Jacob Zuma. Zuma had al sinds 1977 een leidende rol binnen de partij. Toen de partij in 1990 werd ‘gelegaliseerd’ was Zuma zelfs diens eerste voorzitter. Het was daarom een logische stap dat tijdens de regeerperiode van Mbeki, Zuma tot Vicepresident van Zuid-Afrika werd aangesteld. Daarmee kwam automatisch een einde aan de synergie tussen de oude en de nieuwe macht die De Klerk en Mandela symboliseerden. Hoewel de aanstelling van de Mbeki en Zuma in een regering de rechter en linker vleugel van het ANC verenigden, was het een zeer ongelukkig huwelijk. De twee hadden totaal verschillende opvattingen over het economische en politieke beleid van Zuid-Afrika. De liberale Mbeki en de socialistische Zuma zaten elkaar constant dwars. Niet alleen over het bestuur van het land, maar zeker ook ten aanzien van het leiderschap van de partij. Waar Mbeki met name de hoger opgeleide Zuid-Afrikanen aansprak, was Zuma uitermate populair bij de arme zwarte bevolking van het land. De interne strijd werd verder aangewakkerd door verschillende schandalen, waarbij Zuma betrokken was.

Schabir Schaik kort voor zijn veroordeling

Zuma had sinds het einde van de apartheid een zeer uitgebreid sociaal netwerk opgebouwd dat met name bestond uit rijke Zuid-Afrikaanse zakenlieden. De belangrijkste was de pragmatische zakenman Schabir Schaik. Schaik was al onder het apartheidsregime een invloedrijke persoon. Hij onderhield nauwe contacten met de regering van De Klerk. Na het vallen van het regime dacht hij met Zuma deze invloed te kunnen voortzetten en zelfs uit te bouwen. Verleid door geld bleek Zuma erg ontvankelijk voor Schaiks pogingen. Hij liet toe dat Schaik achter de schermen invloed uitoefende op economische beleid van het land, waarbij Schaiks bedrijven een voorkeurspositie binnen en buiten de overheid. Schaik werd uiteindelijk in 2005 vervolgt voor corruptie en veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf. Zuma kwam ook voor de rechter, maar wist de dans handig te ontspringen.

Ook Zuma’s privé-escapades brachten hem dikwijls in verlegenheid. Zuma werd in 2005 door een seropositieve vrouw beschuldigd voor verkrachting. Fezeka Kuzwayo was de dochter van een overleden vriend van Zuma. Zuma erkende seks te hebben gehad met haar, maar verklaarde dat het met wederzijdse instemming was. Tevens verklaarde hij dat hij na de gemeenschap goed gedoucht had om de kans op een Hiv-besmetting te verkleinen. Zuma werd vrijgesproken van alle aantijgingen door een gebrek aan bewijs.

Bovenstaande verdenkingen staan niet op zich. Zuma is meerde malen voor corruptie aangeklaagd, maar het is nooit tot een veroordeling gekomen. Gebrek aan bewijs, vormfouten en zijn onschendbaarheid als vicepresident pleitten hem vrij. Zijn politieke onschendbaarheid heeft echter een houdbaarheidsdatum. Daarom probeerde hij zelfs, tevergeefs, via de rechter toekomstige vervolging voor corruptie te voorkomen. In 2005 was de maat voor Mbeki vol. Hij zette Zuma op een zijspoor. Het ontslag van Zuma is door politiek waarnemers verschillend geïnterpreteerd. Vele – vooral buitenlandse waarnemers – zagen het ontslag van Zuma als een teken dat de Zuid-Afrikaanse regering serieus korte metten wilde maken met (interne) corruptie. Anderen zagen het ontslag van Zuma als een manier van Mbeki en de zijnen om van Zuma af te komen. Zuma was echter veel invloedrijker dan Mbeki binnen het ANC. Dit leidde ertoe dat Zuma, na een korte tussenpoze, op 9 mei 2009 tot president van Zuid-Afrika werd uitgeroepen.

Opspraak

Protest tegen Zuma voor het parlementsgebouw in Kaapstad

Ook tijdens zijn presidentschap kwam Zuma nog geregeld in opspraak. Bijvoorbeeld toen hij zijn privé-villa met overheidsgeld liet verbouwen voor een bedrag van 20 miljoen euro. Hij probeerde dit angstvallig geheim te houden, maar desalniettemin lekten de details van de verbouwing uit. Zuma was toen genoodzaakt om zich in allerlei bochten te wringen om de uitgaven uit de staatskas te verantwoorden. Niet eerder had een president van Zuid-Afrika voor zijn privé-verblijf geld uit de staatskas verbruikt. Zuma’s verdediging was weinig steekhoudend. Zo diende de aanleg van een peperduur zwembad om in het geval van brand voldoende water te hebben om de brand te kunnen blussen.

Na relatief succesvolle presidentschappen van Mandela (verbinden) en Mbeki (intellectueel)  is Zuid-Afrika al 8 jaar onder het directe bewind van Zuma. De man die HIV als een aandoening beschouwde die je kon voorkomen door na seks goed te douchen, die vele malen verdachte was in corruptie- en verkrachtingszaken en die zijn politieke rivalen via interne partijspelletjes aan de kant zette. Een man  die openlijk polygamie propagandeerde en er daarnaast nog vele minnaressen op na hield. Zuma beweerde Zuid-Afrika ethisch te willen leiden en de corruptie aan te pakken. Aantijgingen van de rechtelijke macht en van politieke tegenstanders deed hij af als politieke spelletjes. De man heeft echter boter op zijn hoofd. Door beloftes aan de lagere klassen van nivellering en herverdeling van grond behoudt hij zijn populariteit en maskeert de toegenomen corruptie en de stagnerende economie.

Een gelukkige toekomst?

Bovenstaande zijn slechts enkele voorbeelden van de vele keren dat Zuma in opspraak kwam. De vraag rijst of Zuma een corrupte en tirannieke uitzondering is in vergelijking met de bruggenbouwer Mandela of dat Mandela juist als de uitzondering kan worden beschouwd? Het is te vroeg om deze vraag goed te kunnen beantwoorden. Voorop staat dat ieder volk van een democratische natie de president krijgt die het verdient. De regenboognatie heeft in haar jonge bestaan slechts drie presidenten gekend. Zowel Mandela als Mbeki toonden zich bereid tot dialoog en verbinding met de vele bevolkingsgroepen die het land kent. Zuma vormt in dit rijtje de uitzondering. Al zal moeten blijken of het bij een uitzondering blijft. Dit is denk ik sterk afhankelijk van de macht van het ANC. Deze partij, die haar legitimiteit zoals zoveel Afrikaanse regeringpartijen haalt uit haar voormalige strijd tegen de koloniale machthebbers, is haar oppermacht langzaam aan het verliezen. Het politieke veld in Zuid-Afrika raakt steeds verder verdeeld. Met name de achterban van de Democratisch Alliantie (DA) die voorheen werk gezien als de spirituele opvolger van de NP, groeit sterk. Het feit dat de DA sinds kort een gekleurde partijleider heeft aangesteld maakt de partij ook salonfähig voor andere bevolkingsgroepen. In mijn optiek zou een breder politiek speelveld het land goed doen. Meer concurrentie tussen partijen verkleind de kans op alleenheerschappij, corruptie en leidt vaak tot beter afgewogen besluitvorming, waarin het algemeen belang prevaleert.

Concluderend kan gesteld worden dat de door Mandela zorgzaam ingezette weg tot verbinding tussen de verschillende bevolkingsgroepen de laatste jaren door Zuma onder grote druk komt te staan. De moeizame weg naar reconciliatie en vergeving tussen blank en zwart wordt doelbewust teniet gedaan door Zuma. Onder grote maatschappelijke druk, probeert hij als een kat in het nauw zijn klauwen te tonen aan iedereen die hem in de weg staat. Zeker als dit hem de sympathie verschaft van zijn trouwe volgelingen. Hij harder hij zich afzet tegen de rijke blanke boeren, des te meer steun verwerft hij onder de arme Zuid-Afrikaanse bevolking.

herdenking en protest tegen de ‘plaasmoorde’ 2017

Na een ANC-speech in januari 2012 in Bloemfontein zong Zuma het anti-Afrikanerlied ‘shoot the boer’, waarmee hij vele blanke Zuid-Afrikanen schoffeerde en impliciet de vele gewelddadige aanvallen op blanke boeren sinds het einde van de apartheid aanmoedigde. Vorig jaar zijn al 52 blanke boeren vermoord. De zogenaamde ‘plaasmoorde’, zorgen voor een schisma tussen blank en zwart. De moorden op rijke blanke boeren doen vele jonge Afrikaners besluiten om naar Europa, Amerika of Australië te verhuizen. Kennis en geld stromen het land uit. De regering van Zuma neemt geen tot weinig maatregelen om de ongebreidelde moorden te stoppen. Er gaan reeds stemmen op dat Zuma de moorden oogluikend toestaat, omdat de vrijgekomen landerijen herverdeeld worden onder de arme bevolking; beschikkend over kennis noch investeringskapitaal. Een tweede Zimbabwe lijkt hiermee geboren. Het ideaal van Zuid-Afrika als Afrikaans succesverhaal lijkt verder weg dan ooit. Wellicht later dan verwacht is de kan aanwezig dat het land een van de vele voorbeelden vormt waar de erflast van de koloniale overheersing als excuus worden gebruikt voor corruptie en machtsmisbruik.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *